Zomer
Terwijl de middaghitte niet meer zindert,
tot stilstaan is verdicht, niets meer beweegt
en alles achter glasgeborgen lijkt,
begint een merel voor zich uit te fluiten,
zo zacht alsof hij in gedachten zoekt
naar iets dat ooit verloren ging, een woord,
een naam misschien die nu in jou ontwaakt,
zich niet meer noemen laat dan zacht
in sprakeloos hervonden samenzijn.
Anton Gerits
Anton Gerits (’s Gravenhage, 1930) debuteerde als dichter in 1957 met de bundel Grondbezit. De onlangs verschenen bundel Verzamelde Gedichten geeft een beeld van zijn ontwikkeling als dichter vanaf zijn 17e tot en met vandaag. Hij schrijft bij voorkeur in reeksen wat verband houdt met de aard van zijn werk, Anton Gerits is antiquaar, genoot zijn opleiding bij Martinus Nijhoff in Den Haag, had een eigen zaak en heeft veel gereisd.